Julia is een meisje dat bijna overal bang voor is. Ze durft niet op het speelhuis van de crèche te klimmen, omdat je er misschien vanaf kunt vallen. Ze durft niet over slootjes te springen, want daar kun je in vallen. Op een dag gaat zij met de crèche het bos in. De andere kinderen aaien honden, spelen met wormen en vinden allerlei bijzondere dingen. Maar zij doet precies wat de leidster gevraagd heeft, namelijk bladeren zoeken. Julia gaat zo op in het zoeken naar bladeren dat ze niet ziet waar de anderen naartoe gaan en plotseling … is ze alleen. Als Julia probeert de crèche terug te vinden, verdwaalt ze in het bos en ontmoet de grijze wolven. Julia is niet bang, integendeel, ze laat de wolven in bomen klimmen, speelt doktertje met ze en maakt moddersoep voor ze. Als het tijd is om te gaan slapen zingt Julia droevige liedjes en geen wolvenoog blijft dan meer droog. De volgende dag begeleiden de wolven Julia terug naar de crèche.