Joeri’s ouders zijn gescheiden en hij mist zijn vader, die nu in Zweden woont, eigenlijk elke dag. Als hij aan een flesje aftershave ruikt dat van zijn vader is geweest, lijkt het net of die er weer is. Joeri praat dan met hem over de dingen die hem bezighouden, bijvoorbeeld over zijn buurmeisje Nesrin. De vader van Nesrin heeft een autosloperij, in haar vrije tijd crost ze het liefst rond in oude sloopauto’s. De moeder van Nesrin is overleden. Nesrin droomt ervan naar de vallei in Turkije te reizen om haar graf te bezoeken.

Joeri en Nesrin ontmoeten een oude joodse man, Bruno Levie, die op zijn beurt de wens heeft nog één keer naar het Vlinderdal in Israël terug te keren. Gedrieën besluiten zij gehoor te geven aan hun diepste wens en op reis te gaan.