Als Anna eenmaal besloten heeft weg te lopen, gaat het snel. Ze staat nog niet bij de snelweg of er stopt al een vrachtwagen, die ook nog eens helemaal naar Barcelona blijkt te gaan. ‘Je hebt geluk,’ zegt de dwergin met rode klompjes achter het stuur. Of Anna geluk heeft weet ze niet zeker, wel dat ze ernaar op zoek is. 

In Barcelona ontmoet Anna Barry. Barry is de koning van de straat, een zelfverkozen ‘uitbijter’. Barry viert de nacht, staat boven de maatschappij, heeft zijn eigen wetten uitgevonden. Net zoals de muzikanten waar hij mee optrekt. Er is het rauwe leven van de straat, hitte, geen geld, stof. Er is ook de vrijheid van de havelozen. Wie niets heeft, hoeft niets te beschermen.