Lewis Carroll (Charles Lutwidge Dodgson, 1832-1898), schrijver van het wereldberoemde Alice’s Adventures in Wonderland, maakte in de zomer van 1867 een reis van bijna twee maanden door Rusland in gezelschap van zijn vriend Henry Liddon. Het is een reis geweest die geheel op zichzelf is blijven staan. De rest van zijn leven zou Carroll Engeland niet meer verlaten. Carroll, die zelf van plan was om naar de Parijse Wereldtentoonstelling te gaan, werd door Liddon uitgenodigd zijn reisdoel te combineren met Liddon’s reis naar Rusland. Er verliep nauwelijks een week tussen voorstel en vertrek.

Ervan afgezien dat dit Journaal geschreven is met - in elk geval fysiek gesproken - dezelfde hand die de Avonturen van Alice in Wonderlandschreef, is het interessant om Carroll te volgen op zijn reis door Rusland. Oudere, goed geschreven reisverslagen lijken immers helemaal vanzelf een soort van craquelé verkregen te hebben dat als zodanig een klein beetje ontroert en dat de lezer aanspoort tot het zoeken van de verschillen tussen, en de overeenkomsten met, het toerisme van toen en het toerisme van nu. En net zoals een toerist van nu wat zij of hij ziet en meemaakt probeert vast te leggen, filmend dan wel fotograferend, op ansichten of in dagboeken schrijvend, zo is ook Dodgson druk in de weer met het maken van notities en, soms, tekeningen. Daarbij treft zeker de scherpte en soms zelfs de poëzie waarmee hij kan beschrijven.

De vertaling, door Nicolaas Matsier, is geheel in de geest van Lewis Carroll, waarbij ook zoveel mogelijk rekening is gehouden met een aantal Carrolliaanse typografische eigenaardigheden.